Bij kankerpatiënten met een redelijk lange levensverwachting, weegt het voordeel van epoëtinegebruik niet op tegen het hogere risico op tumorprogressie met als gevolg een kortere levensverwachting. Daarom kunnen deze patiënten beter worden behandeld met bloedtransfusies. Dit concludeert het wetenschappelijke Comité voor Geneesmiddelen voor Humaan Gebruik (CHMP) in juni 2008 na een beoordeling van nieuwe onderzoeksgegevens. Het adviseert daarom de productinformatie van epoëtine bevattende geneesmiddelen uit te breiden met een waarschuwing voor het gebruik van deze middelen bij kankerpatiënten. Deze waarschuwing houdt in dat voor het behandelen van anemie bij kankerpatiënten, bloedtransfusie de voorkeur heeft boven andere methoden.
Ook heeft de CHMP geconcludeerd dat deze nieuwe informatie geen gevolgen heeft voor het gebruik van epoëtine bevattende geneesmiddelen bij de behandeling van anemie bij patiënten met chronisch nierfalen.
Epoëtine bevattende geneesmiddelen zijn geregistreerd voor de behandeling van anemie bij patiënten met chronisch nierfalen en bij symptomatische patiënten met niet-myeloïde tumoren die worden behandeld worden met chemotherapie.