In deze rubriek worden geneesmiddelen besproken, kort nadat ze in de handel zijn gebracht, of als er sprake is van een uitbreiding van de indicatie. De plaatsbepaling kan meestal slechts voorlopig zijn, omdat nog relatief weinig bekend is over de veiligheid en effectiviteit. Wanneer nieuwe gegevens daartoe aanleiding geven, komen wij op de eerste bespreking terug.
De pictogrammen betekenen: ++: een belangrijke uitbreiding van het farmacotherapeutische arsenaal, +: een nuttig geneesmiddel, +-: een middel met twijfelachtig nut, of een middel waarvan de waarde nog niet goed kan worden beoordeeld, -: een middel zonder toegevoegde waarde, --: een middel met extra risico's dat niets toevoegt aan de behandelmogelijkheden.
Pilwaardering: -
Rimonabant
Acomplia® (sanofi-aventis)
tablet 20 mg
behandeling obesitas
Rimonabant is in juni 2006 via de centrale Europese procedure geregistreerd 'als aanvulling op dieet en lichaamsbeweging voor de behandeling van patiënten met obesitas (BMI =30 kg/m2), of patiënten met overgewicht (BMI >27 kg/m2) in combinatie met risicofactor(en), zoals diabetes type 2 of dislipidemie'.1 Het middel dient te worden gebruikt in combinatie met een licht hypocalorisch dieet.2
Werkzaamheid. Er zijn vier gerandomiseerde dubbelblinde onderzoeken gepubliceerd waarin rimonabant 20 mg is vergeleken met placebo bij patiënten met BMI =30 kg/m2 of met BMI >27 kg/m2 in combinatie met dislipidemie en/of hypertensie en/of diabetes mellitus type 2.3-6 Alle patiënten volgden gedurende het onderzoek een dieet dat 600 kcal minder per dag bevatte dan de normale behoefte, dat door een diëtiste was voorgeschreven. Daarnaast kregen patiënten adviezen om de lichamelijke activiteit te verhogen. Circa 80% van de onderzochte patiënten was vrouw.
In drie onderzoeken bij in totaal 5.588 niet-diabetische patiënten, werden na een jaar behandeling in vergelijking met placebo gemiddelde gewichtsreducties (kg) gerealiseerd van respectievelijk 6,6 versus 1,8, 6,9 versus 1,5 en 6,3 versus 1,6.3-5 Voorts werden enkele surrogaatparameters beïnvloed. Zo steeg de gemiddelde HDL-cholesterolconcentratie in de drie onderzoeken en daalde de triglyceridenconcentratie, beide significant in vergelijking met placebo. De uitval in de drie onderzoeken was zeer groot, maar verschilde niet-significant tussen de onderzoeksgroepen: in de placebogroep van 42-63% en in de rimonabantgroep van 39-64%. Na het staken van het gebruik van rimonabant stijgt het gewicht van de patiënt weer.
In het vierde onderzoek bij 1.054 patiënten met BMI 27-40 kg/m2 en diabetes mellitus type 2 werd een significante gemiddelde gewichtsreductie van 5,3 kg gerealiseerd in vergelijking met 1,4 bij placebo.6 De effecten op de HDL-cholesterol en de triglyceridenconcentratie waren eveneens significant in vergelijking met placebo, evenals de daling van HbA1c met 0,6%. De uitval bedroeg 34% en kwam overeen met die in de placebogroep.
Bijwerkingen. De meest voorkomende bijwerkingen die bij meer dan 5% van de patiënten optraden, waren misselijkheid, diarree, braken, duizeligheid, stemmingsverandering, hypoglykemie, artralgie, moeheid en angst. Mede door deze bijwerkingen (en vooral de depressieve stoornissen) is de uitval in de onderzoeken met rimonabant hoog.
Contra-indicaties en interacties. Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de hulpstoffen geldt als contra-indicatie. Rimonabant dient niet te worden gebruikt bij ernstige lever- of nierinsufficiëntie, niet-gecontroleerde ernstige psychische aandoening en bij gelijktijdig gebruik van antidepressiva. Bij personen ouder dan 75 en jonger dan 18 jaar is de werkzaamheid en veiligheid onvoldoende vastgesteld. Voorzichtigheid is geboden bij combinatie met sterke remmers van CYP3A4. Patiënten met psychiatrische aandoeningen en patiënten met een cardiovasculair incident in de voorafgaande zes maanden werden uitgesloten van de onderzoeken.
Gebruik tijdens zwangerschap en lactatie. Er zijn geen gegevens over gebruik tijdens zwangerschap of lactatie.
Ge-Bu Plaatsbepaling
Een aantal aan obesitas gerelateerde risico-indicatoren verbeterde, maar een positief effect hiervan op morbiditeit en mortaliteit is niet aangetoond. Een effect op complicaties van diabetes mellitus type 2 is evenmin aangetoond. Langetermijngegevens over werkzaamheid en veiligheid >2 jaar ontbreken. Derhalve kan worden geconcludeerd dat rimonabant geen plaats heeft bij de behandeling van obesitas.
Dezelfde conclusie werd eerder al getrokken voor orlistat en sibutramine. Met orlistat werd slechts een gewichtsvermindering van circa 3% bereikt, die als klinisch niet-relevant kan worden gekenmerkt. De gewichtsvermindering die met sibutramine kan worden bereikt bedraagt zo’n 5%, maar dat middel mag slechts één jaar worden gebruikt en na het stoppen van de therapie neemt het gewicht weer toe.
Literatuurreferenties
1. Productinformatie rimonabant (Acomplia®) via: www.ema.europa.eu, human medicines, EPAR's.
2. CFH-rapport rimonabant (Acomplia®) via: www.cvz.nl, CFH-rapporten.
3. Gaal LF van, et al. Effects of the cannabinoid-1 receptor blocker rimonabant on weight reduction and cardiovascular risk factors in overweight patients: 1-year experience from the RIO-Europe Study Group. Lancet 2005; 365: 1389-1397.
4. Despres JP, et al. Rimonabant in obesity-lipids study group. Effects of rimonabant on metabolic risk factors in overweight patients with dyslipidemia. N Engl J Med 2005; 353: 2121-2134.
5. Pi-Sunyer FX, et al. Effect of rimonabant, a cannabinoid-1 receptor blocker, on weight and cardiometabolic risk factors in overweight or obese patients. RIO-North America. JAMA 2006; 295: 761-775.
6. Scheen AJ, et al. Efficacy and tolerability of rimonabant in overweight or obese patients with type 2 diabetes. Lancet 2006; 368: 1660-1672.