Onafhankelijkheid Geneesmiddelenbulletin


Geachte lezer,

Zoals u in het julinummer van het Geneesmiddelenbulletin hebt kunnen lezen, ligt er bij de overheid wederom een beleidsvoornemen om de positie en de onafhankelijkheid van het Geneesmiddelenbulletin te ondermijnen en de doelstellingen in te perken. Ook wil zij de subsidie grotendeels beëindigen. Sinds het verschijnen van het julinummer is er zeer veel gebeurd, waarvan wij u graag op de hoogte houden.
U kunt ons steunen door de enquête die in het julinummer was bijgesloten in te vullen, bij voorkeur elektronisch via www.artsennet.nl/gebu. Ook kunt u ons steunen door een e-mail te sturen naar gebu@fed.knmg.nl.?

<hr />

 

Op vrijdag 19 juni waren de hoofdredacteuren van Medisch Contact en het Geneesmiddelenbulletin in het AVRO Radio 1 programma De Praktijk te gast. Daarin is gesproken over de onwenselijkheid en onaanvaardbaarheid van de plannen van het ministerie van VWS. Door attent handelen van de journaliste, mevrouw Huijsing, die telefonisch contact had met kamerleden van de vaste kamercommissie voor VWS, werd duidelijk dat deze plannen buiten de kamercommissie zouden worden gehouden, aangezien ze niet waren geagendeerd voor de laatste vergadering van 25 juni voor het zomerreces. Het had er alle schijn van dat het conceptrapport 'Optimale informatievoorziening over farmacotherapie'? als een ambtelijk stuk zou worden afgehandeld. Het bleek ook dat geen van de leden van de vaste kamercommissie voorstander van de plannen is. Naar aanleiding van het radioprogramma zijn kamervragen (zie kader) gesteld waarop nog geen antwoord van de minister is gekomen.  

 

 

Vragen aan de minister van VWS.

Vragen van het lid Koser Kaya (D66) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat hij het onafhankelijke Geneesmiddelenbulletin aan banden wil leggen. (Ingezonden 25 juni 2009)

1. Is het bericht waar dat u het onafhankelijke Geneesmiddelenbulletin aan banden wil leggen?1
2. Bent u van mening dat farmaceutische bedrijven op dit moment voldoende kwalitatieve en neutrale informatie verschaffen over geneesmiddelen? Zo ja, hoe garandeert u de neutraliteit en volledigheid van deze informatie?
Zo nee, welke andere bronnen van informatie staan beroepsbeoefenaren en patiënten volgens u ter beschikking om aan deze informatie te komen?
3. Deelt u de mening dat het in het belang is van artsen, apothekers en patiënten om een kritisch en onafhankelijk oordeel te hebben over geneesmiddelen? Zo nee, waarom niet? Hoe denkt u dat deze groepen een oordeel kunnen vormen zonder de onafhankelijke beoordeling van het Geneesmiddelenbulletin?
4. Bent u het nog steeds eens met de in 2006 gemaakte uitspraak van uw directeur van de directie Geneesmiddelen en Medische Technologie (GMT) “Wij zijn trots op het Geneesmiddelenbulletin. Het heeft een goede reputatie en het blad is meer dan ooit nodig als tegenwicht tegen de farmaceutische industrie. Ik ben het eens met de vorige spreker Avorn dat de overheid juist meer het belang zou moeten inzien van onafhankelijke informatie”?
5. Bent u het eens met de opvatting dat het Geneesmiddelenbulletin in een continue nascholingsbehoefte voorziet?
6. In hoeverre valt het handelen van de redactie onder de persvrijheid? In hoeverre kunt u invloed uitoefenen op het functioneren van de redactie?

  1. De Praktijk, 19 juni 2009

 

 

 Ondertussen brak een hectische tijd aan, waarin in korte tijd steun moest worden gezocht tegen het beleidsvoorstel van de minister, een antwoord op het conceptrapport van het ministerie van VWS diende te worden geformuleerd en voor de kamerleden de recente geschiedenis op korte en bondige wijze moest worden samengevat. De steun voor het Geneesmiddelenbulletin kwam massaal. Uit de enquête die onder lezers van het Medisch Contact was gehouden, bleek dat ruim 95% van de geënquêteerden het belangrijk vindt dat het Geneesmiddelenbulletin onafhankelijke en kritische informatie over geneesmiddelen geeft. Bijna 92% van de geënquêteerden vond de informatie die het Geneesmiddelenbulletin geeft noodzakelijk. Het julinummer van het Geneesmiddelenbulletin werd een week eerder gedrukt en bijgesloten bij het Medisch Contact vanwege het redactionele commentaar en de uitgebreidere enquête. Deze uitgebreidere enquête kan schriftelijk maar bij voorkeur via de website www.artsennet.nl/gebu worden ingevuld. Bij het ter perse gaan van dit nummer op 13 juli hebben ruim 1.400 artsen de enquête ingevuld. In de tabel staan de resultaten van enkele belangrijke vragen met opvallende antwoorden van de elektronische ingevulde enquêtes. Te zijner tijd komen wij terug op de uitslag van de enquête. Inmiddels is het Geneesmiddelenbulletin ook bij de apothekers en tandartsen bezorgd. Ook hen wordt uitdrukkelijk verzocht om de uitgebreide enquête in te vullen.

 


3. Ik lees het Geneesmiddelenbulletin.  altijd 60,4%
vaak  33,8%
soms  5,6%
nooit    0,2%
   
4. Het Geneesmiddelenbulletin beoordeelt onafhankelijk en kritisch informatie over geneesmiddelen en onderzoeken met geneesmiddelen. Is dit belangrijk voor u?   ja 99,3%
geen mening   0,5%
nee  0,2%
   
5. In feite is het Geneesmiddelenbulletin volstrekt overbodig, aangezien de informatie die de farmaceutische industrie en de beroepsgroepen over farmacotherapie geven voldoende is.  geheel mee eens 0,7%
geen mening  1,0%
geheel mee oneens  98,3%
   
9. Wat vindt u van de gedachte om de papieren versie van het Geneesmiddelenbulletin te stoppen en uitsluitend de website te raadplegen?   mee eens  16,4%
mee oneens  83,6%
 
   
12. Het doel van het Geneesmiddelenbulletin, het bevorderen van rationele farmacotherapie, is het beste gediend met het zelfstandig uitvoeren en publiceren van literatuuronderzoek door een of meer aangezochte auteurs (onder begeleiding van de redactiecommissie) om een onafhankelijk en kritisch oordeel te geven over farmacotherapeutische behandeling.  meest aangewezen  90,3%
 kan eventueel wel  8,7%
 minst aangewezen  1,0%
 

 

Uit deze voorlopige uitslagen komt naar voren dat het Geneesmiddelenbulletin altijd tot vaak wordt gelezen, dat de onafhankelijke en kritische informatie belangrijk wordt gevonden, de papieren editie moet blijven bestaan en dat het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen kritisch mag worden gevolgd. Het antwoord van het Geneesmiddelenbulletin op het conceptrapport is op 24 juni aan het ministerie gestuurd. Kamerleden van de vaste kamercommissie zijn op 22 en 24 juni op de hoogte gebracht van de belangrijkste ontwikkelingen, zodat zij in het overleg met de minister op 25 juni goed geïnformeerd zouden zijn en indien zij dat nodig achtten vragen konden stellen aan de minister. En dat is inderdaad gebeurd: het Geneesmiddelenbulletin werd alsnog op de agenda gezet. Een meerderheid van de kamerfracties gaf aan dat zij tegen de plannen van VWS waren om het Geneesmiddelenbulletin in zijn inhoud, opzet en organisatie te wijzigen of in te perken. De minister gaf in zijn antwoord aan dat er nog geen besluit was genomen met betrekking tot het Geneesmiddelenbulletin. Ook gaf hij aan dat hij, alvorens een beslissing te nemen, eerst de kamer zou informeren.
Inmiddels waren er steunbetuigingen verschenen op de website van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, het Medisch Contact, het Artsennet en het Nederlands Huisartsen Genootschap. Diverse nationale en internationale organisaties, zoals het Nederlands instituut voor verantwoord medicijngebruik (DGV), de International Society of Drug Bulletins (ISDB) en Health Action International (HAI), schreven eveneens steunbetuigingen naar de minister voor het behoud van het huidige Geneesmiddelenbulletin. Op de enquête van het Medisch Contact werden zeer veel positieve opmerkingen gemaakt en op de website van zowel het Medisch Contact als het Artsennet kwamen ook veel positieve reacties. Maar vooral ook ongeruste reacties, dat het enige onafhankelijke geneesmiddeleninformatiebulletin dreigt te verdwijnen. Op de website van het Medisch Contact is inmiddels een dossier over het Geneesmiddelenbulletin geopend waarop de meeste documenten en het radio-interview zijn te vinden:
http://medischcontact.artsennet.nl/Artikel/Dossier-Geneesmiddelenbulletin.htm 

Van het ministerie van VWS kregen wij op 1 juli het volgende bericht:

 

 

Geachte heer, mevrouw,

In de afgelopen weken heeft u gereageerd op het concept-document over 'optimale informatievoorziening over farmacotherapie', waarvoor ik u wil bedanken. In deze mail informeer ik u over het vervolg.

De omvang van de reacties is aanzienlijk, de suggesties voor aanpassing talrijk en de reikwijdte in een aantal gevallen breed. Het is onze ambitie om een zorgvuldige en toekomstbestendige koers te kiezen op dit belangrijke terrein en het zal dan ook enige tijd kosten om de reacties te bestuderen en ik kan me daarnaast voorstellen dat er nogmaals overleg gevoerd zal worden met betrokken partijen. Vervolgens zal de minister een besluit moeten nemen over de koers. Op basis van dat besluit zal het beleidsdocument worden aangepast en een brief aan de Tweede Kamer opgesteld. Na goedkeuring door de minister, zal dit zowel naar de Tweede Kamer als naar u gestuurd worden. Ons streven is om dit uiterlijk in september af te ronden.

Waar van toepassing, verzoek ik u om ook andere betrokkenen binnen uw organisatie hierover te informeren.

 

 

 

Ook op 1 juli heeft de heer Van Gerven (SP) een motie ingediend om het voortbestaan van het Geneesmiddelenbulletin veilig te stellen. De minister vond deze motie voorbarig en hij zegde toe met de Kamer te overleggen voordat hij nadere besluiten neemt. De snelle acties, de vele nationale en internationale steunbetuigingen en de politieke steun hebben vooralsnog geleid tot uitstel van een beslissing.
Het ministerie van VWS heeft een groot geloof in richtlijnen en meent, niet helemaal ten onrechte, dat die de basis van goede gezondheidszorg vormen. Eén van de kernpunten van de bezwaren tegen het reduceren van de functie van het Geneesmiddelenbulletin is echter dat richtlijnen niet worden ontwikkeld met het doel volledige en actuele informatie over (nieuwe) geneesmiddelen op te nemen. Richtlijnen lopen vaak bewust en terecht 'achter' omdat nieuwe geneesmiddelen zich nu eenmaal eerst wat betreft werkzaamheid, effectiviteit en veiligheid moeten bewijzen alvorens ze eventueel in richtlijnen worden opgenomen. Mede om die reden worden richtlijnen vaak met ruime tussenpozen geactualiseerd. Ook gelden ze niet altijd voor alle groepen patiënten en zijn er niet voor alle aandoeningen en klachten richtlijnen beschikbaar. Vaak is ook geen goed onderzoek beschikbaar om een richtlijn wetenschappelijk mee te kunnen onderbouwen (zie pag. 81-83 van dit bulletin). De ideale wereld waar het ministerie van VWS naar uitziet is niet realistisch en getuigt van onvoldoende inzicht in het proces van richtlijnontwikkeling. Om toch op de actuele situatie in te kunnen spelen dan wel lacunes in richtlijnen, en het ontbreken van richtlijnen op te vullen, is een onafhankelijk Geneesmiddelenbulletin van groot belang voor de Nederlandse gezondheidszorg.
Het College voor zorgverzekeringen (CVZ) en het Geneesmiddelenbulletin praten ondertussen verder over de praktische uitvoering van de overeengekomen scheiding. Met de Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen (KNAW) worden gesprekken gevoerd over de organisatorische inbedding van het Geneesmiddelenbulletin binnen de KNAW. Zoals bekend is het redactiebureau ingetrokken in de Domus Medica in Utrecht.

Domus Medica
Redactie Geneesmiddelenbulletin
Mercatorlaan 1200
3528 BL Utrecht

  ?
In het vorige bulletin stond 'Het Geneesmiddelenbulletin zal zichzelf onmiddellijk opheffen als er geen behoefte meer is aan de informatievoorziening die nu wordt verstrekt en de ideale wereld is bereikt.' Het moge duidelijk zijn uit de massale reacties dat hier geen sprake van kan zijn. Redactiebureau, redactiecommissie en adviesraad danken u, lezers, voor uw massale steun en wij zullen ons blijven inzetten voor rationele farmacotherapie.

 

Auteurs

  • dr D. Bijl