Bij de behandeling van milde vormen van de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa wordt frequent gebruik gemaakt van 5-aminosalicylzuur (5-ASA=mesalazine) bevattende preparaten. Hiertoe behoren mesalazine (Asacol®, Pentasa®, Salofalk®), olsalazine (Dipentum®) en sulfasalazine (Salazopyrine®). Van de laatste twee middelen wordt in het colon door bacteriële splitsing mesalazine gevormd. In de literatuur zijn verschillende ziektegeschiedenissen gepubliceerd waarin een relatie wordt gesuggereerd tussen het gebruik van mesalazine en het ontwikkelen van nierfunctiestoornissen als gevolg van interstitiële nefritis.
De Stichting Lareb ontving in de periode van 1987 tot mei 2001 negen meldingen van nierfunctiestoornissen bij het gebruik van mesalazine. De indruk bestaat dat deze bijwerking en de voorzorgsmaatregelen bij de voorschrijvers onvoldoende bekend zijn.
Er zijn belangrijke argumenten die ondersteunen dat mesalazine interstitiële nefritis zou kunnen veroorzaken.1 In de eerste plaats kunnen nierfunctiestoornissen bij het gebruik van mesalazine (gedeeltelijk) reversibel zijn, nadat de inname van het middel is gestaakt. Verder lijkt de moleculaire structuur van mesalazine sterk op die van acetylsalicylzuur en fenacetine. Van deze laatste stoffen is het bekend dat ze nefrotoxisch kunnen zijn. Ook werd in dierexperimenteel onderzoek aangetoond dat intraveneuze toediening van mesalazine in een hoge dosering nierschade veroorzaakt.2
Het pathofysiologisch mechanisme van de nierschade bij het gebruik van mesalazine is niet bekend. Er is gesuggereerd dat, zoals bij salicylzuurderivaten, door mesalazine veroorzaakte hypoxie van het nierweefsel de oorzaak zou kunnen zijn.1
Mesalazine wordt voornamelijk door bacteriën in het colon geacetyleerd. In de dunne darm wordt door het ontbreken van deze bacteriële flora veel minder mesalazine geacetyleerd. De geacetyleerde vorm van mesalazine is minder nefrotoxisch dan de niet-geacetyleerde vorm.3 Echter, na orale inname van mesalazine wordt een deel van de ingenomen dosis al in de dunne darm geabsorbeerd, waardoor een grotere kans op nefrotoxiciteit ontstaat. Na inname van olsalazine of sulfasalazine komt mesalazine pas in het colon vrij, waar de verbinding wordt omgezet in acetylmesalazine. Er wordt relatief weinig niet-geacetyleerd mesalazine geabsorbeerd.1 Dit zou de kans op het ontstaan van nefrotoxiciteit verminderen.
Reeds in 1994 is in Nederland gepubliceerd over door mesalazine geïnduceerde interstitiële nefritis.4 Tevens werden al in 1996 adviezen gepubliceerd over het controleren van de nierfunctie bij patiënten die mesalazine gaan gebruiken.5 Ook in de productinformatie (IB-tekst) van de desbetreffende middelen wordt regelmatige controle van het serumcreatinine aanbevolen, vooral in het begin van de behandeling.6
Om het risico van nierfunctiestoornissen bij het gebruik van mesalazine zo laag mogelijk te houden, dient de arts voorafgaand aan het eerste gebruik van mesalazine door middel van bepaling van het serumcreatinine inzicht te krijgen in de nierfunctie. Gedurende de eerste drie maanden van de behandeling wordt een maandelijkse controle van de nierfunctie geadviseerd, daarna driemaandelijks gedurende de rest van het eerste jaar, en vervolgens een jaarlijkse controle.
Literatuurreferenties
1. Broe ME de, et al. 5-Aminosalicylic acid and chronic interstitial nephritis: In: Broe ME de, et al. GA (eds). Clinical nephrotoxins: renal injury from drugs and chemicals. Dordrecht: Kluwer Academic Publishers, 1998, 217-222.
2. Calder IC, et al. Nephrotoxic lesions from 5-aminosalicylic acid. Br Med J 1972; 1: 152-154.
3. Dwarakanath AD, et al. Sulphasalazine induced renal failure. Gut 1992; 33: 1006-1007.
4. Smilde T, et al. Tubulointerstitiële nefritis door mesalazine (5-ASA)-preparaten. Ned Tijdschr Geneeskd 1994; 138: 2557-2561.
5. World MJ, et al. Mesalazine-associated interstitial nephritis. Nephrol Dial Transplant 1996; 11: 614-621.
6. IB-teksten. Mesalazine, sulfasalazine, olsalazine. www.cbg-meb.nl.