Mirtazapine en bloeddyscrasieën

Het antidepressivum mirtazapine is een analoog van mianserine en wordt, evenals mianserine, in verband gebracht met neutropenie en agranulocytose.
Bij het Australische bijwerkingenbureau Adverse Drug Reactions Advisory Committee (ADRAC) zijn sinds de registratie in 2001 van mirtazapine 36 patiënten gemeld bij wie bloeddyscrasieën waren ontstaan tijdens gebruik van mirtazapine, waaronder vijf meldingen van agranulocytose en 19 van neutropenie.1 Bij het ADRAC zijn tevens zeven meldingen van ernstige pancytopenie en zes van trombopenie binnengekomen. Bij 21 van de 36 meldingen was mirtazapine het enige verdachte geneesmiddel. De mediane tijd tot het optreden van verschijnselen was drie weken (spreiding 3 dagen tot zes maanden).
Twee patiënten overleden aan de gevolgen, één aan pneumonie ten gevolge van neutropenie en één door bloedingen vanwege trombopenie. Gedocumenteerd herstel trad op bij 19 patiënten, bij 11 was geen herstel opgetreden en bij de anderen was de uitkomst niet bekend.
De productinformatie van mirtazapine bevat een speciale waarschuwing/voorzorgsmaatregel met betrekking tot mogelijke neutropenie en agranulocytose. Als de patiënt symptomen ontwikkelt, zoals koorts, keelpijn, stomatitis of andere tekenen van infectie, dient het gebruik van mirtazapine te worden gestaakt en moet het bloedbeeld worden onderzocht.
Als een behandeling met mirtazapine wordt begonnen, moet de patiënt worden gewaarschuwd dat deze zeldzame, maar levensbedreigende bijwerking kan voorkomen. De patiënt moet worden geïnformeerd over de symptomen van febriele neutropenie en worden geadviseerd contact op te nemen met hun arts als de genoemde symptomen optreden.
Mirtazapine is in Nederland sinds 1994 in de handel. Bij Lareb zijn in de periode tussen 1994-2007 zeven meldingen ontvangen over een mogelijke relatie tussen mirtazapine en bloeddyscrasieën: trombocytopenie is drie maal gemeld, waarvan één keer in combinatie met een leucopenie. Bij twee patiënten was sprake van aplastische anemie en in één geval van pancytopenie in combinatie met hypoplastisch myelodysplastisch syndroom. De tijd tussen het starten met mirtazapine en het optreden van de bloeddyscrasieën werd in vijf gevallen gemeld en varieerde van enkele dagen tot 15 maanden. In alle gevallen werd mirtazapine gestaakt, waarna één patiënt herstelde, één patiënt was ten tijde van de melding niet hersteld en in één geval was de afloop onbekend. Bij vijf patiënten werden behalve mirtazapine ook andere geneesmiddelen gestaakt, waarvan bekend is dat zij soms bloeddyscrasieën kunnen geven.


1. Anonymous. Mirtazapine and blood dyscrasias. Aust Adv Drug Reactions Bull 2007; 26: 10. 

 

Auteurs

  • dr D. Bijl, Lareb