Is er bij de behandeling van epilepsie nog plaats voor vigabatrine?

Achtergrond. Vigabatrine is een anti-epilepticum dat in 1990 is geregistreerd als 'adjuvans voor de behandeling van epilepsie, die onvoldoende reageert op andere middelen'. Naar aanleiding van meldingen van vermoedelijk onomkeerbare gezichtsveldbeperkingen heeft het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) recent besloten de indicatie te beperken tot 'toegevoegd middel bij resistente partiële epilepsie, indien alle andere geschikte combinaties onvoldoende effect gaven of niet verdragen werden'. De indicatie als monotherapie uitsluitend voor de behandeling van infantiele spasmen bleef gehandhaafd (Gebu 1998; 32: 25-26 en 1999; 33: 92). Onlangs zijn de resultaten van een dubbelblind onderzoek gepubliceerd, waarin monotherapie met vigabatrine is vergeleken met carbamazepine.1

Methode. Bij 459 patiënten met nog onbehandelde recent gediagnosticeerde partiële epilepsie, met en zonder secundaire generalisatie of gestoord bewustzijn, werd een één jaar durend onderzoek verricht. Zij werden in twee groepen behandeld, waarbij, na een inloopperiode van zes weken met geleidelijke verhoging van de dosering, een onderhoudsdosis werd bereikt van carbamazepine 600 mg/dag óf van vigabatrine 2 g/dag. Deze doses mochten daarna verder worden bijgesteld op geleide van werkzaamheid en bijwerkingen. Uitkomstparameters waren het aantal patiënten die de therapie staakte vanwege ineffectiviteit of bijwerkingen en de tijd tot het eerste recidief.

Resultaat. Het voortijdig staken van de behandeling verschilde niet significant tussen beide groepen (RR 0,83 [95%BI=0,57-1,20]). Wel werd vigabatrine iets beter verdragen dan carbamazepine. In de carbamazepinegroep traden significant vaker huidreacties op (23% vs. 14%), in de vigabatrinegroep significant vaker psychische klachten (25% vs. 15%) en gewichtstoename (11% vs. 5%). De controle over de epilepsie was significant beter met carbamazepine, hetgeen vooral tot uiting kwam in een langer wegblijven van het eerste recidiefinsult (RR 1,57 [95%BI=1,23-2,02]).

Conclusie onderzoekers. Uit dit direct vergelijkende onderzoek tussen vigabatrine en carbamazepine bleek dat vigabatrine minder werkzaam is dan carbamazepine als monotherapie bij partiële epilepsie.

Plaatsbepaling

Hoewel vigabatrine niet is geregistreerd als monotherapie kan door dit type vergelijkend onderzoek de effectiviteit van een nieuw anti-epilepticum worden vergeleken met de standaardtherapie. Gezien de geringere effectiviteit en het risico van gezichtsveldbeperkingen is de plaats van vigabatrine zeer beperkt. Overigens is uit ander onderzoek gebleken dat toevoeging van vigabatrine aan een behandeling met andere, onvoldoende effectieve, anti-epileptica wel een opmerkelijke verbetering kan geven. Mogelijk geeft deze bevinding steun aan het concept van rationele polytherapie, waarbij middelen met een verschillend werkingsmechanisme worden gecombineerd, zodat de effectiviteit wordt verhoogd, terwijl de dosisgerelateerde bijwerkingen worden beperkt.


1. Chadwick D. For the Vigabatrin European Monotherapy Study Group. Safety and efficacy of vigabatrin and carbamazipine in newly diagnosed epilepsy: a multicentre randomised double-blind study. Lancet 1999; 354: 13-19.