Invloed farmaceutische industrie op behandelrichtlijnen geneesmiddelen

Uit een onderzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) blijkt dat de farmaceutische industrie (indirecte) invloed heeft bij de ontwikkeling van behandelrichtlijnen wat betreft geneesmiddelen.1 Het is tegenwoordig vrijwel niet mogelijk om gezaghebbende personen op een vakgebied aan te trekken voor het ontwikkelen van een richtlijn die geen band hebben met de farmaceutische industrie. 
Er bestaat volgens het onderzoek een wildgroei aan richtlijnen. Iedereen kan een richtlijn opstellen. Daardoor zijn er grote verschillen. Voor Nederland geldt dat alleen de richtlijnen van het CBO (Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg) en NHG (Nederlands Huisartsen Genootschap) waarborgen hebben ingebouwd om invloed vanuit de farmaceutische industrie te voorkomen. Bij behandelrichtlijnen opgesteld door patiëntenverenigingen en andere belangenorganisaties is het gevaar van ongewenste invloed vanuit de farmaceutische industrie aanzienlijk. De oorzaak hiervan ligt volgens de IGZ vaak in de aanwezige sponsorrelatie met farmaceutische bedrijven.
De inspectie vindt dat rechtstreekse banden van geneesmiddelenfabrikanten met werkgroepleden die richtlijnen ontwikkelen openbaar moeten worden gemaakt. Hetzelfde geldt voor andere vormen van belangenverstrengeling en de wijze van selectie van de voorzitter en de werkgroepleden. Daarnaast kan worden gedacht aan openbaarheid van overeenkomsten en het bezit van aandelen/opties van farmaceutische bedrijven. De inspectie gaat vervolgonderzoek doen.


  1. Invloed van de farmaceutische industrie op behandelrichtlijnen. Kortschrift. Den Haag: Inspectie voor de gezondheidszorg, 2007. Zie ook www.igz.nl 

Auteurs

  • dr D. Bijl