In dit proefschrift wordt een aantal benaderingen beschreven voor de evaluatie van geneesmiddelen nadat ze zijn geregistreerd. Als belangrijkste voorbeeld worden hiervoor de antidepressiva genomen.
Een van de onderdelen vormde een vergelijking van door patiënten bij de Geneesmiddel-Infolijn (Gebu 1995; 29: 19) gestelde vragen over bijwerkingen (28% van het totaal) met bij de Stichting Lareb gemelde bijwerkingen. In beide systemen waren twee van de drie patiënten vrouw. De Geneesmiddel-Infolijn kreeg meer vragen van patiënten in de leeftijd van 20-40 jaar en Lareb ontving meer meldingen over patiënten ouder dan 60 jaar. Dit komt overeen met Amerikaanse bevindingen dat jonge patiënten dikwijls meer over hun geneesmiddelentherapie willen weten en dus gemakkelijker een informatielijn bellen. Ouderen daarentegen zien hun arts frequenter, waardoor ze meer gelegenheid hebben een bijwerking te melden.
Meldingen van vermoede bijwerkingen hadden vaker betrekking op antibiotica, anti-astmatica, antirheumatica en antihypertensiva. De vragen over bijwerkingen betroffen vaker geneesmiddelen met een werking op het centrale zenuwstelsel, zoals slaap- en kalmeringsmiddelen, antidepressiva en antipsychotica. In beide systemen was er, in vergelijking met de omvang van het gebruik, een disproportionele aandacht voor vragen en meldingen met betrekking tot antidepressiva. Dit komt allereerst omdat het gebruik van antidepressiva vaak aanleiding geeft tot bijwerkingen. Verder zoeken patiënten met een depressie waarschijnlijk frequenter medische zorg en aandacht dan anderen. Ook zijn er vele nieuwe antidepressiva op de markt gekomen en hebben sommige daarvan (m.n. fluoxetine) veel aandacht in de media gekregen.
Dat de patiënt een nuttige rol kan vervullen bij het tijdig signaleren van bijwerkingen die ten tijde van de introductie nog onbekend zijn, bleek uit een ander onderzoek van dezelfde bronnen. Er werd een tijdsanalyse over 1992-1994 verricht van alle meldingen van bijwerkingen aan het Lareb bij het gebruik van paroxetine. Deze werden vergeleken met de bij de Geneesmiddel-Infolijn door patiënten gemelde bijwerkingen. Negen nieuwe bijwerkingen van paroxetine kwamen uit beide systemen naar voren, waaronder bloedingen, hypertensie en menstruatiestoornissen. Deze bijwerkingen werden gemiddeld 273 dagen eerder door de patiënt gemeld dan door de hulpverlener. Vaak bevatten de gegevens van de patiënten wel ruis en waren ze incompleet in tegenstelling tot de andere signalen.
Een combinatie van een telefonische meldlijn voor patiënten met signalering door hulpverleners, zou het eerder opsporen van onbekende bijwerkingen van nieuwe geneesmiddelen kunnen bevorderen. Ook duidt dit proefschrift erop dat goed luisteren naar de patiënt kan bijdragen aan een eerdere signalering.
<hr />
Literatuurreferenties
Egberts ACG. Pharmacoepidemiologic approaches to the evaluation of antidepressant drugs [proefschrift]. Utrecht: Universiteit, Faculteit Farmacie 1997, ISBN 90-393-1771-2.