De invloed van de farmaceutische industrie op behandelrichtlijnen is al jaren onderwerp van discussie. Door het gebruik van behandelrichtlijnen door een grote groep beroepsbeoefenaren heeft beïnvloeding van de totstandkoming van dergelijke richtlijnen een groot bereik en vergaande gevolgen. Het risico bestaat dat in plaats van het meest geschikte geneesmiddel, het geneesmiddel wordt voorgeschreven dat onderwerp is van de sterkste beïnvloeding vanuit de farmaceutische industrie of dat wordt gekozen voor een sterk accent op medicamenteuze therapie terwijl er ook niet-medicamenteuze alternatieven bestaan.
Recent publiceerde de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) een rapport over hun onderzoek naar de methoden die farmaceutische bedrijven gebruiken bij de beïnvloeding van werkgroepsleden bij het opstellen van behandelrichtlijnen. 1 De inspectie wilde ook een beter beeld krijgen van de banden van de werkgroepsleden met de farmaceutische industrie. Dit onderzoek is een vervolg op het kortschrift ‘Invloed van de farmaceutische industrie op behandelrichtlijnen’ van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) (Gebu 2007; 41: 104). 2 De IGZ onderzocht in hoeverre de aanbevelingen van de inspectie door het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) en Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO (CBO) zijn overgenomen. De inspectie selecteerde op grond van een risico-inschatting zes behandelrichtlijnen en geneesmiddelenformularia (Groninger Transmuraal Formularium, Heerlens Ziekenhuisformularium en Nijmeegs Formularium), waarbij zij de kans groot achtte dat er beïnvloeding door de farmaceutische industrie zou kunnen plaatsvinden. Met vertegenwoordigers van deze werkgroepen heeft zij interviews gehouden. Daarnaast heeft de inspectie de belangenverstrengelingsverklaringen van de leden van de zes werkgroepen opgevraagd en geanalyseerd. Ook hebben er gesprekken plaatsgevonden met CBO en NHG. Het onderzoek is afgesloten met een bijeenkomst, waarbij de inspectie haar bevindingen heeft besproken met 17 vertegenwoordigers van betrokken partijen uit het veld.
Uit dit onderzoek blijkt dat het vóórkomt dat de farmaceutische industrie als methode voor beïnvloeding geneesmiddelen goedkoop (nagenoeg gratis) aanbiedt, zoals werd gevonden voor het Nijmeegs Formularium. Ook onderhoudt de farmaceutische industrie banden met individuele werkgroepsleden. Er blijken grote verschillen te bestaan tussen en binnen de werkgroepen wat betreft de aantallen banden tussen werkgroepsleden en de farmaceutische industrie. Daarnaast kan het zijn dat de farmaceutische industrie wordt uitgenodigd door een richtlijncommissie om te pleiten voor opname van hun geneesmiddelen in de richtlijnen. Belangenverstrengelingsverklaringen worden niet door alle werkgroepen gebruikt en zijn niet uniform en niet gedetailleerd. Er bestaat behoefte aan het definiëren en normeren van de belangen van werkgroepsleden in het totstandkomingsproces van een richtlijn en aan openbaarheid van de selectie en selectiecriteria voor werkgroepsleden. Ook moeten alle belangenverklaringen openbaar worden gemaakt. Het is niet wenselijk dat de farmaceutische industrie partij is bij richtlijnontwikkeling. Kortom, er is behoefte aan een richtlijn voor het proces van richtlijnontwikkeling. Over de overname van de aanbevelingen uit het kortschrift over behandelrichtlijnen door NHG en CBO kan op grond van dit onderzoek worden gesteld dat dit een jaar na het verschijnen van het kortschrift slechts in beperkte mate is gebeurd.
De inspectie vindt dat de landelijke richtlijnontwikkelaars NHG, CBO, het Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging (LEVV), het Trimbosinstituut en IQ healthcare een ‘richtlijn voor richtlijnontwikkeling’ moeten opstellen, waarin een kader wordt gesteld voor bepaalde aspecten van richtlijnen. Verder dienen deze landelijke richtlijnontwikkelaars een model voor een belangenverklaring op te stellen. Alle richtlijnopstellers dienen expliciet en aantoonbaar te werken volgens de methode van ‘evidence based’-richtlijnontwikkeling. Voorts dienen zij de op te stellen richtlijn voor richtlijnontwikkeling en het model voor de belangenverklaring te hanteren. Gebruikers van richtlijnen dienen alleen richtlijnen te hanteren die volgens deze methoden zijn opgesteld. Deze maatregelen zijn nodig om onder de opstellers en gebruikers van behandelrichtlijnen (meer) bewustzijn te creëren over de mogelijke invloed van de farmaceutische industrie op de totstandkoming van behandelrichtlijnen en die invloed te beperken. 1
Ge-Bu Plaatsbepaling
De conclusies van dit rapport zullen zeer teleurstellend zijn voor de minister van VWS en het departementale vertrouwen in de richtlijnen als waren het geloofsartikelen, voor eeuwig leidend tot de ideale behandeling van iedereen (Gebu 2009; 43: 67-68 en Gebu 2009; 43: 77-79). Werkelijk onafhankelijke informatie blijkt zeldzamer te zijn dan gedacht. |
Literatuurreferenties
1. Behandelrichtlijnen en geneesmiddelenformularia vatbaar voor beïnvloeding door farmaceutische industrie. Den Haag: Inspectie voor de Gezondheidszorg, oktober 2009. Zie ook www.igz.nl. 2. Invloed van de farmaceutische industrie op behandelrichtlijnen. Kortschrift. Den Haag: Inspectie voor de Gezondheidszorg, 2007. Zie ook: http://www.igz.nl.